Zoek op inhoud

Meertaligheid, een uitzondering?

Integendeel! Opgroeien met één taal is eerder een bijzonderheid. Alleen al in Europa wonen 50 miljoen mensen die iedere dag twee of meer talen spreken.

In de moderne taalwetenschap wordt er dan ook van uitgegaan dat de mensheid overwegend meertalig is. Veel mensen denken nog dat meertaligheid verwarrend is voor een kind en taalachterstanden kan veroorzaken. Maar voor dat idee is nooit bewijs gevonden. Alle kinderen zijn in staat meerdere talen te verwerven.

Een paar voordelen van meertaligheid op een rij:

  • Meertalige kinderen zijn taalgevoeliger. Ze begrijpen al heel jong dat taal een verzameling afspraken is.
  • Ze weten meer over taal, ze zijn flexibeler in taal en kunnen snel van de ene taal overschakelen op de andere.
  • Hierdoor leren ze er later makkelijker een derde, vierde en vijfde taal bij.
  • Ze begrijpen al heel jong dat iedereen zijn eigen taal heeft.
  • Ze leren gemiddeld sneller lezen, doordat ze een gesproken zin eerder in woorden kunnen opdelen, en die weer in klanken.
  • Meertalige kinderen hebben een groter werkgeheugen.
  • Meertalige kinderen kunnen beter hun aandacht focussen, omdat ze van jongs af aan gewend zijn te schakelen tussen talen en de taal die op dat moment niet relevant is, te moeten ‘wegfilteren’.
  • In Friesland is Fries een verplicht vak op school. Het is mooi meegenomen als je kind het al beheerst.

En de negatieve berichten?
Als een kind problemen heeft met het verwerven van taal wordt vaak meertaligheid als boosdoener gezien. Echter volgens deskundigen is meertaligheid nóóit de oorzaak van een taalprobleem en kan het probleem ook nóóit worden opgelost door simpelweg de moedertaal te vervangen door het Nederlands.

Veiligheid
Voor een goede ontwikkeling in het algemeen, en dus ook voor de taalontwikkeling, is het van belang dat het kind zich veilig voelt in zijn/haar omgeving (thuis, op school). Hierbij is het belangrijk om een positieve houding te hebben ten opzichte van de moedertaal en de cultuur van het kind.

Identiteit en motivatie
Door het leren van de moedertaal wordt het zelfvertrouwen van het kind versterkt. Een positieve houding over meertaligheid geeft kinderen de boodschap dat ze mogen zijn zoals ze zijn. Dit geeft een goede basis voor onder andere het behalen van schoolsucces, en zorgt voor een positief ik-beeld.

Status
De talen die het kind spreekt kunnen beter een gelijke status hebben. Wanneer een van de talen meer status heeft, belangrijker gevonden wordt, zal de motivatie van het kind om de andere taal te verwerven kunnen teruglopen.

Interactie
Voldoende interactie in alle talen die het kind spreekt is een voorwaarde voor een optimale ontwikkeling. Als er thuis sprake is van een rijk en stimulerend taalaanbod in de moedertaal, zal de basis voor het leren van de tweede taal voldoende stevig worden. Gebruik daarom veel taal, lees voor en kijk naar kinderprogramma’s. Reageer bij het spreken van het kind met positieve feedback: goedkeuring, herhaling, belangstelling.

Moet je thuis de eigen taal spreken?
Het is goed met jonge kinderen steeds dezelfde taal te spreken, zodat ze die taal goed kunnen leren. Als kinderen ouder worden zullen ze steeds meer Nederlands gebruiken. Hoe je daar als ouder mee omgaat, kan heel verschillend zijn. Belangrijk is dat ouders en kinderen een taal spreken waarin ze zich het beste kunnen uitdrukken.

En wat als er in één gezin twee moedertalen zijn?
Moeder een andere taal dan vader? Geen probleem. Probeer wel allebei consequent de beide moedertalen aan te bieden, dan leert het kind de talen makkelijker te scheiden.

Leert mijn kind beide talen dan niet half?
Zeker niet! Het taalontwikkelingsvermogen van een kind is (meestal) ongelimiteerd. Wanneer het kind bijvoorbeeld een woord van de ene taal al kent, leert hij/zij het sneller in de andere taal. De talen zullen elkaar dus versterken.

Onze peuter gebruikt beide talen door elkaar.
Kinderen maken deze fouten over het algemeen tijdelijk en onbewust, ze zijn aan het experimenteren met de talen. Door zelf het goede voorbeeld te geven en de kinderen niet nadrukkelijk te verbeteren zal het kind de talen als ze ongeveer vier jaar zijn behoorlijk kunnen scheiden.

Hoeveel talen spreek jij?

In Hoeveel talen spreek jij? ontdek je samen met de kinderen van basisschool De Regenboog de antwoorden op al die vragen over meertaligheid. Je vindt heel veel weetjes in het boek en je kunt meedoen met allemaal leuke opdrachten. Ook voor vaders en moeders, leerkrachten en iedereen die met kinderen werkt valt er veel te ontdekken en natuurlijk is het gewoon een superleuk boek voor iedereen die meer van meertaligheid wil weten.

Wat doe je als kinderen de eigen taal niet willen spreken?
Dit komt vaak voor. Kinderen zijn heel statusgevoelig. Als ze in hun omgeving en op televisie vooral Nederlands horen is de keus voor het Nederlands vaak snel gemaakt. Laat merken dat de moedertaal belangrijk is, dat het knap is om twee talen te spreken. Ga naar familie en vrienden die dezelfde taal spreken, zing liedjes en lees voor in de moedertaal.

Wij spreken Fries met de kinderen, is het verstandig om een Nederlandstalige kinderopvang of peuterspeelzaal te kiezen?
Dit wordt vaak gedacht, maar is niet nodig en vaak zelfs af te raden. Door de dominante positie van het Nederlands hebben Friestalige kinderen vaak een breder aanbod in hun moedertaal nodig. Vooral in de eerste vier jaar, wanneer de taalbasis wordt gelegd. Veel aandacht voor het Fries op de peuterspeelzaal of kinderopvang draagt dus bij aan goede meertalige ontwikkeling.

Voor àlle kinderen
Een groeiend aantal peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in Fryslân is Friestalig of tweetalig. Bij deze instellingen wordt veel aandacht gegeven aan taalontwikkeling, met specifieke aandacht voor de twee- of meertalige ontwikkeling van de kinderen. De instellingen worden beoordeeld op hun manier van werken en ontvangen een provinciaal certificaat. Fries-, Nederlands- of anderstalig: als u een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf zoekt voor uw kind, is het zeker de moeite waard een kijkje te nemen bij één van deze instellingen. De meest actuele lijst met peuterspeelzalen in Friesland kunt u hier vinden.

Wij hebben het idee dat ons kind slecht spreekt. Wat kunnen we doen?

Raadpleeg een logopedist. Wacht daar niet te lang mee, want wat taalontwikkeling betreft zijn de eerste jaren kostbaar.

Sa prate wy thús: René en Jolanda

René en Jolanda Zeldenrust wenje yn It Hearrenfean, binne fan Frysk komôf, mar prate Hollânsk mei elkoar. Mei harren trije bern prate se wol Frysk. Dy hawwe ek Fryske nammen: it famke fan fjouwer jier hjit Simmer, har broerke fan trije Stoarm en de namme fan it jongste jonkje, fan ien jier, is Moanne.

Frysk yn ’e klasse It Tredde Sté

‘In u mei in dakje sprekke we út as in “oe”’, seit juf Anna Veenje fan OBS It Tredde Sté yn Jirnsum. In learling út groep 5 lêst lûdop in tekst foar oer in tiny house. By it wurd ‘skjinmeitsjen’ stroffelt se efkes. Mar har klasgenoatsje wit presys wat der stiet en helpt har.

In Fries om utens: Karla van der Ploeg Habel

Namme: Karla van der Ploeg Habel
Wennet yn: Ulm, Montana, USA
Mei: Cody, Edward (5 jier) en Elaina (3 jier) Habel

Prate yn de tredde persoan

Mem. Wol mem, as it mem útkomt, efkes neitinke oer wêr’t mem myn redens opburgen hat, mem? MEM?