
Vogeltje
Als ik de onderzoekkamer binnenloop, stel ik me voor aan het meisje en haar moeder. ‘Ik heet Sjoeke’, zegt het meisje. ‘O, wat leuk,’ zeg ik, ‘zo heet mijn moeder ook.’
‘Wat is er aan de hand?’
Sjoeke houdt haar hoofd scheef en strijkt het haar uit de hals. Ik zie een zwelling, de huid erboven is rood en schemert een beetje blauw door.
Moeder vertelt: ‘Sjoeke zit nu een paar maanden in groep 1. Een paar weken geleden zagen we de bult in haar hals. Ze was niet ziek en we dachten dat het wel over zou gaan. Dat zei de huisarts ook. Maar de bult wordt steeds groter, hij is nu zo groot als een ei. Dat vinden we eng. Is het geen verkeerde ziekte?’
Sjoeke is niet ziek, heeft geen koorts, zweet niet en valt niet af. Ik onderzoek haar: er zijn geen andere bulten of zwellingen. De bult in de hals is zo groot als een ei en voelt niet hard aan.
Het lijkt me geen kwaadaardige ziekte. Op deze leeftijd groeien die sneller en voelen anders aan. Ik denk meer aan een infectie. Er zijn verschillende soorten infecties die zo’n ei in de hals kunnen veroorzaken. Bloedonderzoek laat zien dat er geen kwaadaardige ziekte is, maar dat er een infectie is. Volgens mij heeft Sjoeke vogeltuberculose. Vogeltjes-tb, zoals dat ook wel wordt genoemd, komt niet zo vaak voor. De zachte zwelling op die plaats en de rood-blauwe huid zijn typische verschijnselen. Vogeltjes-tb gaat vanzelf over. Antibiotica kunnen helpen om het sneller weg te krijgen. Een operatie kan ook, maar dan blijven soms lelijke littekens over. Hoe je aan vogeltjes-tb komt, weet niemand. De bacterie die het veroorzaakt, komt bij vogels voor, vandaar de naam.
De ouders kiezen voor het geven van antibiotica. Sjoeke heeft gelukkig geen last van de medicijnen. Na een tijdje komt ze terug om te laten zien hoe het gaat. Het gaat goed. Moeder zegt: ‘U noemde het vogeltjes-tb, wij zeiden dat het een ei met een tb-vogeltje was.’
Ik zie dat de huid nog een beetje rood en dik is. Dat zal ook verdwijnen, Sjoeke is beter. Ze zegt: ‘Het tb-vogeltje is het ei uitgekropen en nu – ze spreidt haar armen en handen − is het tb-vogeltje gevlogen.’ Ze kijkt wijsneuzerig rond en moet er zelf erg om lachen.
Tjalling de Vries (1959) is sinds 1991 algemeen kinderarts in het Medisch Centrum Leeuwarden.
Hij is getrouwd en vader van drie kinderen: Fedde (1991), Marga (1995) en Anne (1998).

5 Belangrijke Tips voor Brandveiligheid in de Babykamer
Als ouder wil je natuurlijk het beste voor je kindje, en dat omvat ook een veilige omgeving. Brandveiligheid is een belangrijk aspect dat vaak over het hoofd wordt gezien. Maar hoe maak je de babykamer dan zo brandveilig mogelijk? Marlies de Boer-Boomsma, zelf moeder en werkzaam als medewerker bij het team Brandveilig Leven bij Brandweer Fryslân geeft je vijf belangrijke tips voor brandveiligheid in je babykamer.

Ferrassing foar de famylje Brouwer
Mei in jonge fan 16 en in famke fan 14 jier âld wie harren gesin kompleet. Sa tochten Minke en Eelco. Boppedat hie Minke in stjurringssykte (stollingsziekte). Dêrtroch hie se faak bliedingen en moast se geregeld nei it sikehûs. De arts tocht dat it goed wêze soe as har memmeskurte fuorthelle waard. Op dy operaasje wie Minke har emosjoneel oan it tarieden. En doe bliek se swier te wêzen.

Betterskip, Stip
Earme Stip! Hy fielt him net lekker en mei net bûten boartsje.
Kinne syn freontsjes him opfleurje?