Een gele baby (Geelzucht)
De kleine Christian ligt bij moeder als ik de kamer binnenkom. Ik stel me voor en feliciteer haar met zijn geboorte. Gisteravond beviel ze van Christian. Het is een mooi mannetje met alles erop en eraan. De reden dat ik moet komen is dat de verpleging hem nu al geel vindt. Ik bekijk Christian en inderdaad, ook ik vind dat hij geel is.
De meeste baby’s zijn in de eerste levensdagen wat geel. Dat is een normale baby-geelzucht. Dat komt omdat de lever de afvalstof uit oude bloedcellen, bilirubine, niet snel kan verwerken. Dat is op zich niet erg. Maar als daar te veel van is, kan de lever dat soms niet goed verwerken. Dan ontstaat een ernstige geelzucht. Dan is er zoveel afvalstof dat het de hersenen kan beschadigen. Dat gebeurt heel zelden omdat we daar goed op letten.
Christian is al op de eerste levensdag geel en dat hoort niet. De meeste baby’s worden vanaf de derde dag geel. We doen bloedonderzoek om te kijken hoe hoog de waarde van die gele afvalstof is. Ook moeten we weten wat de reden is dat Christian zo geel is. Het bloedonderzoek laat zien dat er te veel gele afvalstof is. Christian moet naar de kinderafdeling. Ik leg dat uit en vertel wat er kan gebeuren. Moeder zegt, tussen de tranen door, dat ze het snapt en het goedvindt.
Zodra Christian op de kinderafdeling is, gaat hij onder de blauwe lamp. Blauw licht breekt de gele stof af en maakt die onschadelijk. De bloedwaarde van de gele stof is zo hoog dat we twee blauwe lampen en een matras die blauw licht geeft, inzetten. Christian ligt in de luier en zijn ogen zijn afgedekt ter bescherming. De uitslag van het laboratorium komt een paar uur later: er is een bloedgroepprobleem. Het lichaam van moeder heeft antistoffen gemaakt tegen de rode bloedcellen van Christian. Daardoor gaan die sneller kapot en komt veel gele afvalstof vrij. Het is een bekende oorzaak van ernstige geelzucht. Ondanks alles loopt de bloedwaarde van de gele afvalstof op tot een gevaarlijke hoogte. Daar moeten we iets aan doen.
We leggen een slangetje in een bloedvat van de navelstreng. We knippen de navelstomp door en zoeken de ader. Voorzichtig schuiven we daar een slangetje in. Met een röntgenfoto controleren we of deze goed ligt. Dat is gelukkig het geval. Daarna nemen we via dat slangetje telkens 15 milliliter bloed af en spuiten voorzichtig evenveel bloed van een donor terug. Dat herhalen we 40 keer. Hiermee verwijderen we de gele afvalstof. De ingreep heet wisseltransfusie. Het is een langdurige ingreep en moet rustig gebeuren. Voor het afnemen van bloed neem ik een paar minuten en voor het teruggeven net zoveel tijd. Christian merkt er niets van. Hij slaapt en doorstaat de ingreep goed.
De wisseltransfusie heeft succes. De waarde van de afvalstof in het bloed is na afloop mooi gedaald. Christian ligt nog drie dagen onder de blauwe lamp en dan is de geelzucht voorbij.
Hij gaat naar huis. Omdat hij een grote kans op bloedarmoede heeft, de antistoffen blijven de eerste maanden de rode bloedcellen afbreken, controleren we hem wekelijks. Na vier weken is hij erg bleek. Hij drinkt moeizaam, vertelt moeder. Dat is een teken van ernstige bloedarmoede. Daarom geven we hem een bloedtransfusie. Dat doet hem goed. Hij drinkt na de transfusie weer als een tierelier, zoals moeder dat noemt.
Als hij drie maanden oud is, komt hij voor het laatst en dat is vooral om nog eens met zijn ouders door te spreken wat er allemaal gebeurd is. Ze vonden de opname eng en spannend. Christian groeit en ontwikkelt zich goed. Ze genieten elke dag. Natuurlijk onderzoek ik hem van top tot teen. Hij ziet er goed uit, hart en longen klinken normaal. Als moeder de luier afdoet en ik de navel bekijk, kijkt Christian me aan en plast over mijn handen. Laat hij me zo weten wat hij ervan vindt?
We sluiten af en nemen afscheid. Ik hoop natuurlijk dat de herinnering aan de opname wegzakt en die aan het over de handen plassen blijft.
Geelzucht
Elke dag vervangen nieuwe rode bloedcellen de oude. Hierbij ontstaat een roodgekleurde afvalstof (‘heem’). De lever verwerkt deze rode stof tot bilirubine. Bilirubine is geel. De lever verwerkt dit verder tot een bruingekleurde afvalstof. Dit verlaat de lever via de gal. Het komt
in de darm en wordt uitgepoept. Bij veel kinderen kan de lever na de geboorte niet alle bilirubine snel genoeg verwerken. Hiervan is er gewoon even wat te veel. Deze kinderen, ongeveer 70% van alle pasgeborenen, worden een beetje geel. Dat duurt even, gaat vanzelf over en is ongevaarlijk. Bij veel minder kinderen (4%) is het wel een probleem. Zij worden heel erg geel. Dat kan gevaarlijk worden. De blauwe lamp, fototherapie, helpt de bilirubine te verwerken.
De meest voorkomende oorzaak van ernstige geelzucht is een te snelle bloedafbraak door antistoffen van moeder tegen de bloedcellen van het kind. Soms worden de bloedcellen meer afgebroken omdat ze zwak zijn door een aangeboren afwijking. Ook kan geelzucht bij baby’s ontstaan door een zieke lever. Bij oudere kinderen en volwassenen is geelzucht bijna altijd een gevolg van leverziekte.
Tjalling de Vries (algemeen kinderarts in het MCL)
Dit wie Tjalling syn lêste artikel. Hy hat 15 jier prachtige kollums skreaun foar de heit&mem. Tjalling bedankt!