Aan de keukentafel bij Hendrika en Anne van der Kooij uit Stiens komen tijdens het avondeten niet alleen heel wat onderwerpen voorbij, maar ook heel wat talen. Fries, Nederlands en af en toe een woordje Engels. Jort (4) en Mare (7) draaien hun hand er niet voor om. Het gezin kiest bewust voor een tweetalige opvoeding, waarin het Fries en Nederlands naast elkaar worden gebruikt. ‘Dat dogge wy konsekwint, mar wol hiel linich’, lacht mem Hendrika.
Zelf komt Hendrika uit een Friestalig gezin en groeide ze op in het kleine dorpje Pingjum. ‘Wy praten altyd Frysk, thús mar ek op skoalle en mei freondintsjes.’ Wanneer ze Anne ontmoet, die uit IJsselstein vlak onder Utrecht komt, wordt de voertaal Nederlands. Als dochter Mare geboren wordt, rijst de vraag welke taal ze haar zullen leren. Al snel ontstaat er een prachtige symbiose: Anne spreekt Nederlands, Hendrika Fries. ‘Dat voelde gewoon goed, om beide je moedertaal te spreken’, legt Anne de keuze uit. ‘Niet dat ik geen Fries versta, maar zo leren Mare en Jort al van jongs af beide talen. Dat ervaren ze later denk ik alleen maar als een rijkdom.’
Verrassende taalcomposities
Wie vanaf de zijlijn het familiegesprek aan de keukentafel volgt, ontdekt verrassende composities van verschillende talen. Op een Friese vraag van Hendrika volgt een Nederlands antwoord van Mare of Jort. De kinderen hebben dus bewust gekozen om zelf de Nederlandse taal te gebruiken. ‘Dat fûn ik yn it begjin sa nuver’, vertelt Hendrika. ‘Ik prate de hiele dei Frysk tsjin de bern en toch brûkten se sels it Nederlânsk. Op de ien of oare wize ha se dat keazen as fiertaal.’ Af en toe leest Anne wel eens een boekje voor in het Fries, om te laten merken dat ook hij het best kan spreken. Maar alleen bij pake en beppe in Pingjum gaat de knop bij Mare en Jort om. ‘Dan prate se wol Frysk.’
‘Wat ik belangrijk vind, is dat ze het Friesstraks in ieder geval kunnen verstaan’
Ook tijdens het spelen met vriendjes en vriendinnetjes wordt er alleen Nederlands gesproken, merkt Hendrika. ‘Lêstendeis wie Mare mei in freondintsje op de trampolineoan it boartsjen. Doe’t se wat freegje woe, sei se “Hé mem..” Har freondintsje rôp ferbaasd: “Spreek jij Fries?” Mare skodde fuort de holle. “Nee hoor!” Krekt as fynt se it op dit stuit net stoer om Frysk te praten. Mar ik hoopje wol dat dat noch komt.’ Anne knikt. ‘Stiens is best een Nederlandstalig dorp, waar ook de buurkinderen vooral Nederlands praten. Maar wat ik veel belangrijker vind, is dat Mare en Jort het Fries straks in ieder geval kunnen verstaan. Enik weet zeker dat ze het ook kunnen spreken, maar dat doen ze waarschijnlijk pas als ze er zelf de meerwaarde van inzien.’
Absolute meerwaarde
Dat tweetalig opvoeden zeker meerwaarde heeft voor kinderen, weet Hendrika vanuit haar beroep als leidster op een tweetalig kinderdagverblijf. ‘Ik praat as Fryske liedster allinnich mar Frysk tsjin de bern. Dêrtroch pikke se de taal hiel goed op, foaral as se lyts binne.’ Uit ondezoek blijkt namelijk dat kinderen op jonge leeftijd heel gemakkelijk een nieuwe taal leren. Deze taalgevoeligheid neemt na hun zevende levensjaar geleidelijk weer af. Het is dus een kwestie van zo vroeg mogelijk beginnen. Maar tweetaligheid heeft meer verrassende voordelen.
Wat zijn de voordelen van een tweetalige opvoeding?
- Meertalige kinderen kunnen beter reflecteren op taal, doordat ze weten dat er verschillende woorden bestaan voor hetzelfde onderwerp.
- Een tweetalige opvoeding zorgt voor een verhoogde hersencapaciteit, doordat de kinderen het grammaticacentrum in hun hoofd dubbel trainen.
- De communicatie met familie in de tweede taal verloopt beter.
- Uit onderzoek blijkt dat hoe meer talen een kind leert, hoe beter het zijn moedertaal gaat spreken omdat het sneller verbanden kan leggen en meer taalinzicht ontwikkelt.
- Angst voor taalachterstand is dus niet nodig.
‘Twataligens hat sa folle foardielen, dat ik it elkienien oanriede kin’
Symbolische dubbelvla
Inmiddels is in huize Van der Kooij het toetje bijna op. Dubbelvla; het lijkt wel een symbolische afsluiter voor het gesprek over de tweetalige opvoeding. ‘Geel en roze zorgen samen voor een heerlijk resultaat’, lacht Anne. Hendrika knikt. ‘Twataligens hat sa folle foardielen, dat ik it elkienien oanriede kin. Frysk is miskien gjin ‘wereldtaal’, mar sa hâldst de taal yn elk gefal yn stân. Dat fyn ik wol hiel belangryk. Want earlik is earlik: de Fryske taal is toch unyk?’
Tekst: Nynke van der Zee
Foto: Fotobureau het Hoge Noorden
Ut: De Lytse Heit & Mem nr. 1 2014
Boekentip: Meertalig opvoeden