Zoek op inhoud

Jantina is getrouwd en moeder van twee zoons. In haar praktijk MemmeSoarch helpt ze moeders herstellen wanneer ze last blijven houden van wat ze meemaakten in de periode rond de geboorte van hun baby. Alle moeders krijgen dezelfde gefingeerde naam: Eva, wat ‘moeder’ betekent. Echte verhalen uit haar praktijk, om het taboe op geboortetrauma te doorbreken en moeders (h)erkenning te geven.

Schuldgevoelens

Eva haar tweede kindje is zes weken jong als ze me belt voor een herstelgesprek. De bevalling van haar zoon was prachtig, ze geniet van haar kraamtijd en voelt veel liefde voor het kleine ventje. Het is alleen totaal anders dan toen haar oudste geboren werd.

Omdat ze nu op zo’n dikke roze wolk zit, voelt ze zich schuldig. Eva blijft de band die ze met haar kinderen voelt met elkaar vergelijken en dat maakt dat de kleur van haar roze wolk steeds valer wordt.

Ik hoor het vaak. Na de eerste bevalling heb je je handen vol aan het aanpassen aan je nieuwe leven en gaat je aandacht meer naar je kind dan naar jezelf. Wanneer je daarbij een pittig kind of een huilbaby hebt, kom je tot de conclusie dat jij, zoals dat van vaders heel logisch wordt gevonden, een moeder bent die niks aan die prille babytijd vindt. Dat accepteer je en je went aan je nieuwe leven.

Dan raak je opnieuw zwanger en met de komst van het broertje of zusje is alles anders. Jij voelt je beter, want dit keer kun je tijdens zwangerschap en bevalling wél op je gevoel vertrouwen. Je kindje is een andere persoon met een eigen, misschien wel rustiger, karakter. Ander kind, dus de band is anders. Andere start, dus het gevoel is anders. Schuldgevoel overvalt je, want dit had je jezelf en je eerste kind ook zo gegund.

Eva en ik maken een afspraak voor een herstelgesprek. In deze voor moeders ontworpen gespreksvorm mag ze de gebeurtenissen waar ze nu zoveel last van heeft, in haar verbeelding opnieuw invullen. Zo wordt haar moederbrein aangezet tot het maken van nieuwe hersenverbindingen, waardoor de blokkade die door het trauma is ontstaan verdwijnt. Vier weken later geeft ze aan dat haar doelen volledig zijn behaald. Het schuldgevoel is weg en Eva wordt bij de herinnering aan die eerste keer niet meer heen en weer geslingerd door emoties.

Eva merkt dat ze zich in het eerste herstelgesprek voornamelijk gericht heeft op de relatie met haar oudste. Nu die hersteld is, merkt ze dat ze last houdt van de herinnering dat ze alleen werd gelaten toen ze op haar kwetsbaarst was. ‘Daar wil ik ook nog graag een herstelgesprek voor. Want als ik daar nú niet mee aan de slag ga, vind ik het mezelf straks nooit meer waard om voor te zorgen.’ Met die woorden ontstaat direct ruimte om voor zichzelf te zorgen. Vier weken later bellen we en geeft ze aan dat ook dit deel van haar geboortetrauma geheeld is. Daarmee herstelde Eva niet alleen de relatie met haar dochter, maar ook die met zichzelf.

Jantina van der Valk
www.Memmesoarch.nl