Zoek op inhoud

Hilde’s hart: deel 3 ‘Taboe’

Rienk: ‘We hiene eins noch net iens it besef fan alles wat der gebeurd wie. We wiene folslein ferdoofd.’

Dit artikel is een vervolg op het artikel over Hilde dat in de uitgave van november 2019 van het blad heit&mem is gepubliceerd. Hilde stierf in de armen van haar moeder. Rienk en Coriene verloren hun dochter 29 dagen na haar geboorte, op 1 januari 2019. Elf dagen later werd hun dochter Doety vijf jaar. Het leven gaat ‘gewoon’ door, terwijl je in diepe rouw bent. Hoe gaat de omgeving met zo’n verlies om? Gaan mensen het gesprek aan met de ouders, of vermijden ze de confrontatie?

Praten over de dood van een kind

Het zelfgetimmerde kistje ligt onder de zoden. Daar rust sinds haar begrafenis de kleine Hilde, die vier dagen daarvoor haar laatste adem uitblies in de nabijheid van haar ouders. Rienk Bijma en Coriene de Boer gaan na de begrafenis samen met hun oudste dochter, Doety (2014), weer naar huis. Rienk: ‘We hiene eins noch net iens it besef fan alles wat der gebeurd wie. We wiene folslein ferdoofd.’ Met de familie zitten ze na. De beschuiten met muisjes komen op tafel. Die waren na de vroeggeboorte in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht nooit gebruikt. Coriene: ‘It wie wol in bytsje gek miskien, mar Hilde wie dêrtroch ek hiel tichtby.’

En dan komt die dag dat je met je dochter van vijf weer naar school wandelt om haar naar haar klas te brengen. Dan is het moment daar dat je zelf weer naar de supermarkt gaat om boodschappen te doen en het moment dat je weer naar je werk hebt te gaan. Rienk: ‘Wy hawwe fernommen dat it foar minsken hiel lêstich is om gewoan kontakt te meitsjen. Oan ’e iene kant logysk, want it is ek net in gewoane situaasje. Foar in gesprek is der eins gjin inkelde goeie iepening. Fregest “Hoe giet it no?”, dan giet troch ús hinne: “Ja, wat tinkst? K.. fansels”. Oan ’e oare kant: hielendal neat sizze, dat is noch slimmer.’ Coriene: ‘Al soest allinnich mar eefkes in hân op ’t skouder lizze, dan fielst de ûnmacht, mar dan hast wol kontakt.’

Blik vermijden

Het is de ouders zwaar gevallen dat veel mensen het contact niet aandurfden. Zagen ze bijvoorbeeld een bekende in de supermarkt, dan liep die snel tussen de schappen uit het zicht. ‘It is echt in taboe om oer suks te praten.’ Dat merkten ze beiden. Rienk werkt bij Defensie en kreeg van zijn compagniecommandant[YS1]  alle ruimte om zijn rouwproces te doorleven. Hij is dankbaar dat de commandant en een paar directe collega’s op de begrafenis hun steun betuigden. Maar in de week waarin hij terugkeerde bij zijn eenheid, kwamen (van de vijftig teamleden) welgeteld twee man naar hem toe om hem te condoleren. ‘Ik wyt wol dat definsje no net it bêste plak is om dyn gefoelens te dielen, mar dit wie wol it oare uterste.’ Mensen vermijden het onderwerp, ze durven er simpelweg niet over te praten. Na de dood gaat overal het leven door, maar voor ouders begint de ware rouw pas nadat ze hun kindje hebben begraven.

Olifant in porseleinen kast

Als Rienk en Coriene íets de wereld in willen helpen, is dat het feit dat het maken van contact met vaders en moeders die hun kind verliezen, puur als steun wordt ervaren. Je weet allebei niet wat je moet zeggen, dus het maakt niet uit wat je zegt. Stilte is ook goed. Als er maar contact is. Rienk: ‘Nei it ferstjerren fan Hilde hiene wy it gefoel dat it ûnderwerp wie as in oaljefant yn in porseleinkast. Do kinst hast net bewege en dat fielt sa raar, want Hilde is foar ús gewoan ús Hilde. Se wie der net mear, mar we woene sa graach oer har prate.’ Overal zag Coriene moeders met baby’s en die moeders kenden haar grote verlies. Slechts twee of drie ouders durfden het aan om haar aan te spreken, al vonden ze dat ontzettend moeilijk. De meesten gingen Coriene toch liever uit de weg, niet wetende wat ze moesten zeggen. Coriene zegt met een heldere stem: ‘Mar harren lok stiet los fan Hilde, wier, dat is in oar libben.’

Je weet allebei niet wat je moet zeggen,
dus het maakt niet uit wat je zegt.
Stilte is ook goed.
Als er maar contact is.

Er zijn ook vrienden die juist extra rekening hielden met het paar. Voor de eerste verjaardag waar ze weer naartoe gingen, belde een vriend op: ‘Der is wol in lyts berntsje by hear…’ Superlief, maar dat konden ze voor hun gevoel wel aan. Coriene: ‘Sjuch, alle berntsjes stean foar ús net gelyk oan ús lytste famke. Hilde is Hilde.’

Duizend kaarten

Maandenlang hangt hun huis vol kaarten en er komt vaak visite langs. Op een goede dag vraagt Rienk aan zijn liefde of ze die kaarten misschien toch voorzichtig aan eens kunnen opbergen. ‘Der kaam hast gjin ljocht mear nei binnen.’ Ze besluiten een speciale hoek te maken ter herinnering aan de kleine. Daar brandt een kaarsje, daar staat een foto en een mooi Frysk gedicht dat eindigt met: “En wit dat ik ea by dy kom, as it myn tiid ek is”. Tot die tijd leven Rienk en Coriene samen met hun dochter Doety en hond Kees verder. Zo nu en dan gaan ze naar een fantastische therapeut in Stiens, die ze helpt bij de rouwverwerking. De ouders hebben dit verlies allebei op hun eigen manier een plek te geven. Ze hebben geen idee of dat lukt, maar ze spreken de diepe wens uit dat ze hier samen doorheen komen.

Dinsdag 3 december aanstaande zou Hilde 1 jaar zijn geworden. Mocht je Rienk en Coriene tegenkomen die dag: voel je vrij om met ze te praten en Hilde’s naam te noemen. Coriene: ‘It jout ús treast dat ek oaren noch oan har tinke.’

Tekst: Marieke Vinckers

Hilde’s hart: deel 1 ‘Het meisje stierf in de armen van haar moeder’

Nog veel meer dagen hadden Coriene en Rienk met hun kleine famke in het ziekenhuisbed willen blijven liggen, ook al klopte het hartje van Hilde niet meer. Onvermijdelijk was het moment dat de verpleegkundige hun baby overnam.

Hilde’s hart: deel 2 ‘Doety krijgt (g)een zusje’

Dit artikel is een vervolg op het artikel over Hilde dat in de uitgave van november 2019 van het blad heit&mem is gepubliceerd. Hilde stierf in de armen van haar moeder.

Dit artikel stond in:

Heit & Mem

2019 #2
Bekijk magazine
cover 2 20219