Zoek op inhoud

Het komt vaker voor dan je denkt: iets oudere kinderen die nog in bed plassen. Machteloze ouders, gebroken nachten, verdrietige kinderen die niet op schoolkamp durven … Bedplassen brengt soms heel wat frustraties teweeg achter de voordeur. Hoe gaan gezinnen hiermee om? 

‘Mem, ik ha wer yn bed pisse.’ Carina de Vries (39) is jarenlang vaak wakker gemaakt door haar zoon Jurre (13). Midden in de nacht stond ze zijn bed weer te verschonen, maar het ergste vond ze om te zien hoe verdrietig haar zoon ervan werd. Vooral toen zijn jongere zusje zonder pamper kon slapen. ‘Dat wol ik ek’, zei Jurre. Hij schaamde zich ervoor. Carina: ‘Toch heeft hij het een keer verteld aan zijn vriendjes. Dat was op de terugweg van een schoolreisje, bij mij in de auto. Het gesprek ging over bedplassen. “Myn suske hat noch in pamper om”, zei de een. “Dy fan my ek”, zei een ander. Jurre vertelde dat hij dat ook nog wel had. De kinderen reageerden door te lachen, wat een logische reactie is. Ik hielp hem door te zeggen dat het heel knap is om zoiets te vertellen en dat zij hem verdrietig maken door erom te lachen. Ze draaiden gelukkig bij en begonnen heel serieus vragen te stellen. Heel bijzonder.’

Blaas trainen

Na veel ‘zelf dokteren’ zijn Jurre en zijn moeder op een gegeven moment naar de plaspoli in Drachten gegaan. ‘Daar zijn we heel goed begeleid. Het probleem bij Jurre was dat hij ’s nachts heel diep slaapt en dat hij daardoor niet merkte dat hij in bed plaste. Bovendien heeft hij een kleine blaas. Daarom kregen we niet alleen een plaswekker, maar de dokter leerde Jurre ook hoe hij zijn blaas moest trainen. Bijvoorbeeld door juist meer te drinken. Zo leerde hij zich er bewust van te worden dat hij ’s nachts naar de wc moet gaan als dat nodig is’, vertelt Carina. Sinds afgelopen zomer is Jurre ’s nachts droog. Een hele opluchting voor moeder en zoon. Wat Carina van alle adviezen heeft geleerd? ‘Het heeft geen zin om kinderen ’s avonds naar de wc te brengen terwijl ze in diepe slaap zijn. Wij hebben heel veel gehad aan de dokter van de plaspoli. Maar het belangrijkste wat ik geleerd heb, is: niet boos worden als je kind in bed plast, want dat werkt averechts.’

 

Vijftien procent van de kinderen van vijf jaar plast ’s nachts nog weleens in bed.

 

Zoektocht

Ingrid Winkel van GGD Fryslân bevestigt dat het geen zin heeft om boos te worden en kinderen te straffen als ze in bed plassen. Winkel is jeugdverpleegkundige voor kinderen in de basisschoolleeftijd en is binnen de GGD samen met collega Tiny Voolstra aandachtsfunctionaris op het gebied van bedplassen. ‘Vijftien procent van de kinderen van vijf jaar plast ’s nachts nog weleens in bed. Dat is heel gewoon en gaat meestal vanzelf over. Als het rond hun zevende jaar nog steeds gebeurt, is het een goed moment om ons in te schakelen voor begeleiding’, legt Ingrid Winkel uit. ‘Wij bespreken dan met de ouders hoe groot het probleem is en hoe ze het kind het beste kunnen helpen. Een enkele keer is het beter als het kind eerst bij de huisarts of jeugdarts langsgaat, om lichamelijke problematiek uit te sluiten. Vaak blijft de oorzaak van bedplassen onduidelijk. Sommige kinderen zijn moeilijk te wekken, bij anderen zit het bedplassen in de familie. Maar dat betekent gelukkig niet dat we er niks aan kunnen doen.’

Plaswekker

Bij zeventig tot tachtig procent van de kinderen vanaf zeven jaar blijkt een plaswekker een goede oplossing te zijn. Als een kind goed gemotiveerd is, kan het daar ook al op 6-jarige leeftijd mee beginnen. Ingrid: ‘Wij kunnen advies geven over welke plaswekkers geschikt zijn en hoe je deze moet gebruiken. Het is ook belangrijk om dit vooraf goed met het kind te bespreken. Zij slapen met een onderbroekje aan dat draadloos in verbinding staat met de wekker. Zodra er urine in het broekje komt, gaat het alarm af. Bij langer gebruik van de wekker zal het kind steeds eerder reageren op het signaal. Uiteindelijk – meestal na ongeveer twee maanden − worden ze wakker voordat de wekker gaat en zijn ze ’s nachts droog. Soms hebben ze later een terugval, dan kun je de plaswekker opnieuw gebruiken. Je zult zien dat de plaswekker daarna sneller zal werken.’

Schoolkamp

‘Meestal komt het goed’, stelt Ingrid Winkel. Maar soms is het probleem hardnekkig en wordt het kind via de huisarts of jeugdarts doorverwezen naar de plaspoli, zoals Jurre in het bovenstaande verhaal. Daar is de begeleiding intensiever. Oudere kinderen vinden het bedplassen vooral vervelend als ze bijvoorbeeld op schoolkamp gaan. ‘Wij adviseren in dat geval speciale pilletjes waardoor ze ’s nachts minder urine produceren. De huisarts kan deze medicijnen voorschrijven. Dit is een tijdelijke oplossing die het kind zelfvertrouwen kan geven. Maar het is ook handig om het als ouder even met de leerkracht te bespreken’, zegt de jeugdverpleegkundige. Zij merkt dat bedplassen nog steeds een taboe is. ‘Dat is jammer, want het komt zoveel voor. In iedere schoolklas zitten wel één of twee kinderen die er nog last van hebben. Het is goed om er thuis over te praten. Laatst was er zelfs een jongen die zijn spreekbeurt in groep 7 over bedplassen durfde te houden. Een prachtige manier om het onderwerp bespreekbaar te maken.’

 

Uit: heit&mem nr. 2 2019

 

Boekentip: Bedplassen, daar wil je vanaf!