Ik heb deze week twee kaarten op de bus gedaan. Twee heel verschillende kaarten voor twee nichtjes van ons. Twee zusjes van elkaar. Ze waren samen zwanger.
Ik probeerde mij voor te stellen hoe blij ze moeten zijn geweest. Dat ze alvast fantaseerden over hoe hun kinderen later samen zouden spelen. Hoe ze ervaringen konden delen. Zou het een jongetje worden? Of een meisje? Als het maar gezond is, dan maakt het ons niks uit.
Met de ene kaart in mijn hand loop ik naar de brievenbus. Met de andere kaart wacht ik nog even. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om ze allebei tegelijk op de bus te doen. Ik weet niet waarom, maar het voelt niet goed.
Ik denk terug aan een echtpaar dat ik drie jaar geleden heb geïnterviewd voor de krant. Zij waren zestig jaar getrouwd. Het was ook zestig jaar geleden dat hun oudste kindje levenloos ter wereld kwam. ,,Ik mocht it net sjen. Gelokkich is dat tsjintwurdich net mear sa, want it is net bêst’’, vertelde de vrouw.
Ze huilde. Zestig jaar later huilde deze vrouw nog steeds om hun kindje dat levenloos ter wereld was gekomen en dat ze nooit hadden gezien. Haar man had het er ook nog altijd zichtbaar moeilijk mee. Dat ze daarna vier gezonde kinderen kregen, verzachtte de pijn niet.
Tijdens dat interview was ik net zwanger van onze tweede dochter. Ik voelde de pijn van dit echtpaar. Door de hormonen werd dit nog eens extra versterkt. Ze wilden hun verhaal graag aan mij kwijt. Ik was voor hun een buitenstaander, daarom durfden ze het mij te vertellen. Want verder werd er nooit over gepraat.
Met de tranen in mijn ogen schreef ik op wat ze zeiden. Ik vergeet het nooit weer. Hun oudste kindje was geboren op 29 december. ,,Op 29 desimber sizze wy altyd tsjin elkoar: it is hjoed 29 desimber.’’ Meer woorden hadden ze niet nodig om hun verdriet te delen. Dit gaf voor mij aan hoe erg het moet zijn om je kind te verliezen, hoe jong hij of zij ook is.
De kaart met bemoedigende woorden gaat op de bus. ‘Toch hoor jij er altijd bij’. Het liedje dat Paul de Leeuw zong, voor iedereen die dit heeft meegemaakt, zit in mijn hoofd. Thuis ligt de andere kaart nog op tafel: ‘Een zoon. Van harte gefeliciteerd. Geniet van dit kleine wonder’.
Het klinkt zo cliché, maar het is en blijft een wonder. Een groot wonder!